Definitie en betekenis van nevenactiviteiten tijdens het referendariaat
De nevenactiviteit tijdens het referendariaat omvat elke bijkomende arbeid die door rechtsreferendarissen tijdens hun voorbereidingsdienst wordt verricht, naast hun wettelijke opleidingsverplichtingen. Onder nevenactiviteiten wordt in het algemeen verstaan: werkzaamheden naast de hoofdarbeidsverhouding – in het geval van het referendariaat dus naast het publiekrechtelijke opleidingsverband met de werkgever (meestal de betreffende deelstaat). Het wettelijke kader hiervoor is geregeld in talrijke federale en deelstatelijke voorschriften en is aan bijzondere voorwaarden en beperkingen onderworpen.
Wettelijk kader van de nevenactiviteit tijdens het referendariaat
De juridische grondslagen voor nevenactiviteiten tijdens het referendariaat zijn met name te vinden in de volgende voorschriften:
- ambtenarenrechtelijke voorschriften die analoog op de voorbereidingsdienst van toepassing zijn (o.a. Bundesbeamtengesetz (BBG), Beamtenstatusgesetz (BeamtStG))
- Deelstaatverordeningen en -besluiten met betrekking tot de voorbereidingsdienst (bijv. wetten en verordeningen betreffende de opleiding van juristen in de deelstaten)
- specifieke bepalingen in opleidingsreglementen of administratieve voorschriften van de bevoegde justitiële examencommissies
Afgrenzing met de hoofdactiviteit en toegestane nevenactiviteiten
Het referendariaat is een publiekrechtelijke opleidingsverhouding met als voornaamste doel de voorbereiding op het tweede staatsexamen. Nevenactiviteiten zijn in principe alle activiteiten die niet tot het opleidingsprogramma behoren en buiten het officiële opleidingskader worden verricht. Zij kunnen zowel betaald als onbetaald zijn en variëren bijvoorbeeld van werkzaamheden in advocatenkantoren, wetenschappelijke hulpkrachten tot activiteiten in bedrijven, overheden of als docent.
Vergunningsplicht voor nevenactiviteiten tijdens het referendariaat
Vereiste van voorafgaande toestemming
In de meeste deelstaten is iedere nevenactiviteit tijdens het referendariaat in principe vergunningsplichtig. Dit geldt ongeacht of de activiteit betaald of onbetaald wordt uitgeoefend. De vergunningsplicht dient ter bescherming van de dienstbelangen en ter waarborging van de onafhankelijkheid en integriteit van de staatsrechtelijke opleidingsverhouding.
Bevoegdheid en procedure voor de aanvraag
Voor het verlenen van toestemming is doorgaans het hoofdarbeidsbureau, het betreffende hogere regionale gerechtshof, de justitiële examencommissie of het voor de referendaris bevoegde deelstaatsministerie van Justitie verantwoordelijk. De aanvraag dient schriftelijk en tijdig vóór aanvang van de nevenactiviteit te worden ingediend. De vereiste informatie omvat doorgaans aard, omvang, tijdsbestek, plaats van de activiteit evenals de opdrachtgever.
Vereisten voor de goedkeuring
De nevenactiviteit mag de opleidingsverplichtingen van het referendariaat niet doorkruisen. In het bijzonder mag door de nevenactiviteit:
- geen belangenconflicten ontstaan,
- geen dienstplichten worden geschonden,
- geen belemmering van de opleiding of de dienstprestaties plaatsvinden,
- geen ontoelaatbare nabijheid tot lopende dossiers of opleiders ontstaan.
In de praktijk wordt er met name op gelet dat opleidingsuren, inhoud van de opleidingsstations en dienstverplichtingen onbelemmerd worden gevolgd. Een regelmatige beperking van de tijdsbesteding (bijv. maximaal een bepaald aantal uren per week) is gebruikelijk.
Toegestane nevenactiviteiten en hun grenzen
Werkzaamheden bij advocaten, notarissen en bedrijven
Nevenactiviteiten in een advocatenkantoor, bij een notaris of bij particuliere bedrijven zijn in het bijzonder toegestaan wanneer er geen overlappingen zijn met de opleidingsinhoud van het referendariaat; zo geldt er bijvoorbeeld een principieel verbod om tijdens de advocatenstage binnen hetzelfde kantoor een nevenactiviteit uit te voeren. Ook belangenverstrengeling binnen een opleidingsstation of tegenover derden moet worden uitgesloten.
Wetenschappelijke of lesgevende activiteiten
Wetenschappelijke werkzaamheden (bijv. voor universiteiten, instituten, in het kader van onderzoeksprojecten) zijn toegestaan, zolang deze het opleidingsdoel niet in gevaar brengen en er geen andere dienstbelangen in het spel zijn.
Vrijwillige en onbetaalde activiteiten
Vrijwillige, charitatieve of onbetaalde werkzaamheden (bijv. bij verenigingen, liefdadigheidsinstellingen) vallen vaak niet onder de strenge vergunningsplicht, voor zover zij van geringe omvang zijn en geen verband houden met juridische aangelegenheden. Bij twijfel is het altijd raadzaam vooraf overleg te plegen met de bevoegde instantie.
Vergoeding en sociale verzekering bij nevenactiviteiten
Nevenactiviteiten tijdens het referendariaat kunnen in principe worden vergoed. De hoogte van de vergoeding is echter aan wettelijke grenzen gebonden, voortvloeiend uit het ambtenarenrecht. Een buitensporige beloning, die niet in verhouding staat tot het daadwerkelijke werk, is niet toegestaan en kan tot weigering van de vergunning leiden.
Wat betreft de sociale verzekering is de bijdrageplicht afhankelijk van de omvang en aard van de nevenactiviteit. In de regel is de referendaris als ambtenaar in tijdelijke dienst niet sociaal verzekeringsplichtig; afzonderlijke participatie in sociaal verzekeringsplichtige bijbanen moet echter individueel worden beoordeeld (bijv. bij een aanstelling in de particuliere sector).
Gevolgen van ongeoorloofde of onrechtmatige nevenactiviteiten
Wie als referendaris zonder toestemming of in strijd met de geldende voorschriften een nevenactiviteit verricht, loopt het risico op aanzienlijke tuchtrechtelijke gevolgen. Deze reiken van een waarschuwing tot ontslag uit de voorbereidingsdienst. Daarnaast kunnen terugwerkende weigeringen, terugvorderingen van nevenactiviteitsvergoedingen of civielrechtelijke aansprakelijkheid ontstaan.
Rechtspraak en individuele gevallen
De bestuursrechtbanken hebben in meerdere uitspraken de voorwaarden en grenzen van nevenactiviteiten tijdens het referendariaat verduidelijkt. De rechtspraak hanteert hierbij een strikte benadering ten aanzien van de voorrang van de opleidingsverplichtingen en het vermijden van elke vorm van belangenverstrengeling. Het verlenen van toestemming blijft altijd een discretionaire beslissing van de overheid.
Samenvatting en praktische aanwijzingen
Een nevenactiviteit tijdens het referendariaat blijft onder bepaalde voorwaarden toegestaan, mits deze vooraf is goedgekeurd, de opleiding niet belemmert en er geen belangenconflicten ontstaan. Referendaren dienen ruim voor aanvang van een nevenactiviteit de geldende voorschriften te controleren en schriftelijk toestemming aan te vragen. De respectievelijke ministeries, hogere gerechtshoven of justitiële examencommissies stellen daartoe informatiebladen en formulieren ter beschikking.
Literatuuraanwijzing: Een volledig overzicht van de wettelijke grondslagen en typische casusposities is te vinden in de relevante commentaren op het ambtenarenrecht, de deelstaatuitvoeringsvoorschriften alsmede op de websites van de deelstaatsexamencommissies. Aanbevelingen en detailregelingen kunnen per deelstaat verschillen.
Veelgestelde vragen
Moet ik een nevenactiviteit tijdens het referendariaat laten goedkeuren?
Een nevenactiviteit tijdens het referendariaat is in de regel onderworpen aan een vergunningsplicht door de desbetreffende dienstinstantie of het bevoegde ministerie. Volgens de ambtenarenrechtelijke bepalingen, met name § 42 Beamtenstatusgesetz (BeamtStG) en de relevante regionale bepalingen, moeten rechtsreferendarissen reeds vóór aanvang van een nevenactiviteit een aanvraag indienen. Dit geldt voor elke betaalde activiteit buiten de hoofdtaak, waarbij uitzonderingen alleen kunnen gelden voor kleinschalige activiteiten, zoals wetenschappelijk of artistiek werk. De vergunning mag alleen worden geweigerd als dienstbelangen in het gedrang komen, bijvoorbeeld wanneer de nevenactiviteit het arbeidsvermogen of de neutraliteit van de referendaris in twijfel trekt. Ongeautoriseerde of niet-goedgekeurde nevenactiviteiten kunnen tuchtrechtelijke gevolgen hebben.
Zijn er beperkingen met betrekking tot het type en de omvang van de nevenactiviteit?
De wettelijke bepalingen schrijven voor dat de nevenactiviteit de correcte vervulling van de hoofddienstverplichtingen als referendaris niet mag belemmeren. Volgens § 99 Bundesbeamtengesetz (BBG) respectievelijk de desbetreffende deelstaatwetten mag de nevenactiviteit een bepaalde tijdsduur niet overschrijden. Gewoonlijk geldt een maximum van acht tot tien uur per week als probleemloos, waarbij voor juridische referendarissen individuele afspraken per deelstaat kunnen gelden. Activiteiten die onverenigbaar zijn met de status van referendaris, zoals politieke activiteiten als mandataris, werkzaamheden die conflicteren met de opleidingsinstellingen of werk voor examencursussen (in sommige deelstaten), kunnen worden uitgesloten.
Hoe beïnvloedt de nevenactiviteit de onderhoudsbijslag?
De toekenning van de onderhoudsbijslag tijdens het referendariaat vereist in beginsel dat de opleiding voorop staat. Wordt met een nevenactiviteit inkomen behaald, dan kan dat gevolgen hebben voor de hoogte van de onderhoudsbijslag. In sommige deelstaten worden inkomsten uit goedgekeurde nevenactiviteiten gedeeltelijk of volledig verrekend met de onderhoudsbijslag, zodra bepaalde vrijstellingen worden overschreden. De exacte bepalingen verschillen per deelstaat; vaak gelden er vrijstellingsbedragen tot een bepaald maandelijks bedrag dat niet wordt verrekend. Wordt dit bedrag overschreden, dan kan de bijslag worden verminderd of zelfs geheel vervallen.
Welke juridische gevolgen dreigen bij niet correct gemelde of ongeoorloofde nevenactiviteiten?
Het uitvoeren van een niet-goedgekeurde of verboden nevenactiviteit kan tuchtrechtelijke maatregelen tot gevolg hebben. Dit reikt van een formele waarschuwing tot geldboetes en verwijdering uit de referendariële dienst. Daarnaast kunnen civielrechtelijke en aansprakelijkheidsrechtelijke consequenties optreden, bijvoorbeeld wanneer door de nevenactiviteit dienstplichten worden geschonden. Ook kan terugvordering van ten onrechte ontvangen onderhoudsbijslag plaatsvinden, als door niet correct gemelde inkomsten onterechte betalingen zijn gedaan. In het extreemste geval kan dit ook gevolgen hebben voor een latere aanstelling als ambtenaar in vaste dienst.
Is het toegestaan tijdens het referendariaat een nevenactiviteit in het juridisch werkveld uit te oefenen?
Het aangaan van een juridische nevenactiviteit, bijvoorbeeld als freelancer in een advocatenkantoor, is in principe mogelijk, maar moet binnen het referendariaat juridisch voorzichtig beoordeeld worden. Hier is altijd uitdrukkelijke toestemming van de desbetreffende opleidingsleiding vereist. Met name van belang is het voorkomen van belangenverstrengeling: nevenactiviteiten bij opleidingsinstellingen waar tegelijkertijd opleidingsfases worden doorlopen (bijv. rechtbanken, overheden), zijn doorgaans niet toegestaan. Ook werkzaamheden die concurreren met de taken van de opleidingsplaatsen zijn dikwijls verboden om conflicten en de schijn van partijdigheid te voorkomen.
Hoe zit het met verzekeringsplichten en aansprakelijkheid bij nevenactiviteiten?
Rechtsreferendarissen zijn voor werkzaamheden binnen het publiekrechtelijke referendariaat verzekerd, maar niet automatisch voor nevenactiviteiten buiten dit verband. Voor nevenactiviteiten geldt geen staatsaansprakelijkheid; de referendaris moet zelf voor voldoende verzekering zorgen, met name op het gebied van de aansprakelijkheidsverzekering. Indien tijdens de nevenactiviteit schade ontstaat, is de referendaris persoonlijk aansprakelijk. Daarnaast dient men te letten op het feit dat voor bepaalde activiteiten (bijv. zelfstandige juridische advisering) mogelijk een bijzondere beroepsaansprakelijkheidsverzekering verplicht is.
Welke meldingsplichten bestaan bij beëindiging of wijziging van de nevenactiviteit?
Eindigt een goedgekeurde nevenactiviteit of wijzigen de in de toestemming vermelde omstandigheden (aard, tijdsduur, werkplaats, werkgever), dan dient dit onverwijld schriftelijk aan de bevoegde instantie te worden gemeld. De wijziging dient opnieuw door de opleidingsinstelling te worden getoetst om de verdere vergunning te waarborgen. Indien deze melding achterwege blijft, kan dat eveneens tuchtrechtelijke gevolgen hebben en tot latere intrekking leiden.