Legal Lexikon

Financiering van de buitenlandse stage

Begripsverklaring en juridisch kader van de financiering van de buitenlandse stage

Definitie van de financiering van de buitenlandse stage

De financiering van de buitenlandse stage omvat alle financiële maatregelen en middelen die nodig zijn om een verplicht of facultatief onderdeel van de juridische stage (Referendariaat) buiten Duitsland – typisch bij een buitenlandse autoriteit, rechtbank, advocatenkantoor of een internationale organisatie – te voltooien. De juridische vormgeving van de financiering raakt tal van aspecten uit het ambtenarenrecht, de vergoedingsregelingen en soms ook het Europese recht.

Juridische basis voor de financiering van de buitenlandse stage

Wettelijke grondslagen in het Duitse recht

De wettelijke bepalingen voor de financiering van de buitenlandse stage vloeien primair voort uit de betreffende wetten inzake juridische opleiding van de deelstaten (JAG), de daarbij behorende verordeningen en uit het deelstaatambtenarenrecht, voor zover stagiairs worden aangesteld als ambtenaren op proef. Daarbij zijn met name van belang:

  • Wetten inzake juridische opleiding van de deelstaten (JAG)
  • Verordeningen inzake juridische opleiding en examens
  • Ambtelijke voorschriften, met name omtrent salaris en reiskosten
  • Begrotingsrechtelijke bepalingen

Verplichtingen en mogelijkheden bij het voltooien van een buitenlandse stage

De mogelijkheid om een stage in het buitenland te voltooien is doorgaans wettelijk geregeld (§ 35 lid 3 DRiG en de betreffende bepalingen in de deelstatelijke wetgeving). Er bestaat echter geen onvoorwaardelijk recht op vergoeding van de financieringskosten in het buitenland, dit is afhankelijk van de desbetreffende voorschriften en besluiten van het opleidend justitiële bestuursorgaan.

Vormen van financiering van de buitenlandse stage

De financiering van de buitenlandse stage kan op verschillende manieren plaatsvinden:

  1. Publieke financiering

Reiskostenvergoeding: Voor ambtenaren op proef (stagiairs) is vergoeding van reiskosten mogelijk volgens de Bundesreisekostengesetz (BRKG) respectievelijk de van toepassing zijnde deelstaatregeling, waarbij buitenlandse reizen echter vaak van vergoeding zijn uitgesloten of alleen onder strikte voorwaarden vergoedbaar zijn.
Onderhoudsbijslagen: Voor de lopende onderhoudsbijslag gelden er geen wettelijke bijzonderheden bij een buitenlandse stage. Stagiairs ontvangen hun toekomende onderhoudsbijslag voortgezet, mits de stage op reguliere wijze wordt voltooid.

  1. Privéfinanciering

Eigen middelen: In veel gevallen moeten stagiairs de tijdens de buitenlandse stage ontstane extra kosten (reis, accommodatie, levensonderhoud, verzekeringen) zelf financieren.
Beurzen en subsidies: Externe financieringsmiddelen, bijvoorbeeld van de DAAD, Europese uitwisselingsprogramma’s of Duitse stichtingen, kunnen aanvullend worden aangewend. De juridische voorwaarden en kaders volgen uit de betreffende subsidieregelingen.

  1. Financiering uit derdenmiddelen

Ondersteuning door gastinstelling: In sommige gevallen nemen de buitenlandse opleidingsinstellingen geheel of gedeeltelijk de financiële lasten over, zodat dienovereenkomstige juridische afspraken moeten worden gemaakt (beurscontracten, stageovereenkomsten etc.).

Fiscaal- en sociaalrechtelijke aspecten

Fiscale behandeling

Het ontvangen van onderhoudsbijslag en eventueel verkregen beurzen tijdens de buitenlandse stage kan van belang zijn voor de belastingwetgeving. Hierbij zijn met name § 3 nr. 44 EStG (belastingvrijstelling van vergoedingen/beurzen voor wetenschappelijke of artistieke doeleinden) en de regeling inzake onkostenvergoedingen relevant. De beslissing over de fiscale behandeling van vergoedingen of toelagen gebeurt doorgaans per individueel geval.

Sociaal recht

Als ambtenaar op proef verplicht het verblijf in het buitenland tot het waarborgen van een toereikende sociale verzekering (ziekte-, ongevallen- en aansprakelijkheidsverzekering), met name in het buitenland. De kosten voor benodigde verzekeringen kunnen afhankelijk van de landswetgeving vergoedbaar zijn of voor eigen rekening komen.

Specifieke regelingen in de deelstaten

Verschillen tussen de deelstaten

Er bestaan tussen de deelstaten verschillende regelingen ten aanzien van de vergoeding en financiering van de buitenlandse stage. Terwijl sommige deelstaten buitenlandse reiskosten expliciet uitsluiten van vergoeding, verlenen andere beperkte of forfaitaire toelagen voor bepaalde buitenlandse verblijven (bijv. Noordrijn-Westfalen, Hessen met bijzondere toelagen of beursprogramma’s). Vroegtijdige informatie en aanvraag bij het bevoegde Oberlandesgericht of de opleidingsinstantie is belangrijk.

Toekenningsprocedure

Voor goedkeuring van reiskosten of subsidies moeten formele aanvragen volgens de administratieve voorschriften worden ingediend. Daarnaast moet de pedagogische en dienstgerichte noodzaak van de buitenlandse stage worden aangetoond.

Rechtsbeschermingsmogelijkheden

Bestuursrechtelijke rechtsbescherming

Afwijzende besluiten met betrekking tot de financiering kunnen binnen het kader van een aanvraag- of bezwaarprocedure worden getoetst. Indien nodig bestaat de mogelijkheid om beroep in te stellen via de bestuursrechtelijke procedure.

Gelijkheidsbeginsel en discriminatieverbod

Maatregelen betreffende de toekenning of weigering van financiering moeten voldoen aan het algemene gelijkheidsbeginsel volgens art. 3 van de Grondwet. Discriminatie van individuele stagiairs bij de toekenning van subsidie is juridisch aanvechtbaar.

Internationaal recht en Europees recht

Beginselen van mobiliteit

Europese voorschriften (vrij verkeer, vestigingsvrijheid) en internationale verdragen (onder andere Bologna-proces) moeten in het kader van financiering en staatssteun in acht worden genomen. Europese Unie-programma’s (zoals ERASMUS+) kunnen aanvullend op nationale financiering worden benut.

Bijzonderheden bij intergouvernementele samenwerking

Het voltooien van een stage bij internationale organisaties kan volkenrechtelijke bijzonderheden meebrengen, bijvoorbeeld met betrekking tot huisvesting, verblijfsrecht en immuniteitsvragen. In dergelijke gevallen dienen aanvullende regelingen voor financiering en zekerheid te worden getroffen, bijvoorbeeld extra buitenlandtoelagen.

Samenvatting

De financiering van de buitenlandse stage binnen de juridische opleiding is complex geregeld en hangt in belangrijke mate af van de deelstatelijke regelgeving, de begrotingsrechtelijke kaders en beschikbare derdenmiddelen. Individuele planning dient altijd rekening te houden met de geldende wettelijke basis, subsidiemogelijkheden en de sociaal- en fiscaalrechtelijke implicaties. Er bestaan rechtsbeschermingsmogelijkheden bij geschillen over kostenverdeling of toekenning van subsidie. Internationale en Europese bepalingen kunnen de kaders beïnvloeden en aanvullende subsidiemogelijkheden bieden.

Veelgestelde vragen

Met welke juridische randvoorwaarden dient men rekening te houden bij de financiering van een buitenlandse vestiging?

De financiering van een buitenlandse vestiging is onderworpen aan tal van nationale en internationale rechtsvoorschriften. Relevante kadervoorwaarden zijn het buitenlandse economische recht, het internationale belastingrecht en landspecifieke investeringswetten. In de Duitse context moeten met name de bepalingen van het Außenwirtschaftsgesetz (AWG) en de Außenwirtschaftsverordnung (AWV) in acht worden genomen, die onder andere meldingsplichten bij kapitaaltransfers voorschrijven. Daarnaast kunnen er vergunningsplichten zijn voor directe investeringen in het buitenland. In het doelland dient steeds te worden nagegaan of en onder welke voorwaarden buitenlandse investeerders financiële middelen mogen inbrengen, of er beperkingen gelden voor het aandeelhoudersbelang en of bepaalde sectoren onder aparte regelgeving vallen. Verder moeten de valutavoorschriften van het gastland en eventuele dubbele bepalingen in bilaterale investeringsbeschermingsovereenkomsten in aanmerking worden genomen.

Welke fiscale aspecten en juridische bepalingen zijn relevant bij de financiering van buitenlandse vestigingen?

De fiscale behandeling van financiering van een buitenlandse vestiging is zowel in Duitsland als in het gastland relevant. Let op de opzet van winstafvoer- en verliesovernameovereenkomsten, de erkenning van verrekenprijzen bij concerninterne leningen alsook het nakomen van documentatieplichten conform § 90 lid 3 AO en de OESO-richtlijnen voor verrekenprijzen. In veel dubbelbelastingverdragen (DBV) zijn voorschriften opgenomen die dubbele belasting van winsten moeten uitsluiten, maar bevatten ze ook onderkapitalisatieregels, renteaftrekbeperkingen en bronbelastingplichten voor weinig substantieel opgezette financieringen. Een gedetailleerde fiscale analyse van de financieringsvorm (eigen vermogen, vreemd vermogen, hybride vormen) en een passende contractuele uitwerking zijn daarom onmisbaar.

Welke vergunningen zijn vereist voor kapitaaloverdracht naar het buitenland?

Volgens de momenteel geldende Duitse wetgeving bestaat er voor louter kapitaalsuitvoer in beginsel geen vergunningsplicht meer, tenzij het om embargo- of sanctielanden gaat. Niettemin gelden er meldingsplichten conform de AWV, met name bij betalingen van en naar het buitenland boven 12.500 euro (§§ 59 e.v. AWV). In sommige doellanden zijn voor buitenlandse directe investeringen overheidsvergunningen vereist; deze kunnen betrekking hebben op de sector, de investeringsomvang of de aard van de bedrijfsactiviteit. In bepaalde sectoren, bijvoorbeeld in de financieel- of energiesector, gelden vaak aanvullende regulerende eisen en beperkingen. Verder moeten mogelijk ook kartelwetgeving en investeringscontroleprocedures in acht worden genomen, bijvoorbeeld in het kader van de Außenwirtschaftsverordnung voor bijzonder veiligheidsrelevante ondernemingen.

Welke rol spelen boekhoud- en rapportageverplichtingen bij de financiering van buitenlandse vestigingen?

Ondernemingen die buitenlandse vestigingen financieren, moeten zich niet alleen houden aan de handelsrechtelijke verslaggevingsvoorschriften in Duitsland (met name HGB), maar ook aan de balansverplichtingen in het gastland. Dit kan het voeren van een zogenaamd “dual reporting” noodzakelijk maken, wanneer de voorschriften in beide landen significant verschillen. Voor beursgenoteerde ondernemingen gelden bovendien de regels van internationale standaarden zoals IFRS/IAS of US-GAAP. Bij concerninterne financiering zijn er daarnaast uitgebreide documentatie- en bewijsverplichtingen, die ook de verrekenprijzen en marktconformiteit van financieringsvoorwaarden omvatten.

Welke juridische eisen gelden voor het zekerstellen van buitenlandse financieringen?

De binnenlandse en buitenlandse zekerstelling van financieringen van buitenlandse vestigingen is doorgaans onderworpen aan het recht van het betreffende land, met betrekking tot bijvoorbeeld juridische toelaatbaarheid, vorm en geldigheid van de zekerheden. Zo zijn in Duitsland zekerheden op onroerend goed gangbaar (zoals hypotheek of grondschuld), terwijl in andere landen geheel andere zekerheden (zoals floating charges, pandrechten) en registratieverplichtingen kunnen gelden. Daarmee gaan vaak specifieke vormvereisten gepaard – zoals notariële akte, legalisatie of inschrijving bij het kadaster of in een register in het gastland. Tevens moet men erop letten dat sommige staten beperkingen stellen aan de afdwingbaarheid of aanvechtbaarheid van zekerheden jegens buitenlandse schuldeisers of moedermaatschappijen.

Welke betekenis hebben anti-witwasbepalingen (AML) bij de financiering van buitenlandse vestigingen?

Zowel nationaal als internationaal dient bij grensoverschrijdende financieringsstructuren te worden gewaarborgd dat alle transacties voldoen aan de regels ter voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering (AML/CFT). Volgens de Duitse Geldwäschegesetz (GwG), de Europese AML-richtlijnen en landspecifieke regels in het gastland moeten met name herkomst, ontvanger en bestemming van de middelen ondubbelzinnig worden aangetoond en gedocumenteerd. Verdachte transacties moeten zowel aan nationale als aan buitenlandse autoriteiten worden gemeld. Banken en financiële tussenpersonen voeren daarom doorgaans een zorgvuldige identiteitscontrole (KYC – Know Your Customer) uit.

Welke juridische risico’s bestaan er bij de financiering van buitenlandse vestigingen?

Juridische risico’s zijn onder meer de ongeldigheid of aanvechtbaarheid van financieringsovereenkomsten, door onvoldoende contractnaleving, ontbrekende of ontoereikende vergunningen, schending van deviezen- of belastingwetgeving, alsook gebrekkige risicoafdekking of onvoldoende zekerheden. Ook politieke risico’s (zoals onteigening, kapitaalrestricties, belastingverhogingen) of de toepassing van investeringsbeschermingsovereenkomsten kunnen gevolgen hebben voor de afdwingbaarheid en veiligheid van de financiering. Een zorgvuldig juridisch risicomanagement, regelmatige compliance-controles en het inschakelen van gespecialiseerde adviseurs zijn daarom ten zeerste aan te bevelen.