Bijbanen en stages: Juridische definitie en basisprincipes
Bijbanen en stages zijn twee wijdverspreide vormen van werk, die vooral van bijzonder belang zijn voor scholieren, studenten en jonge professionals. Beide vormen zijn onderworpen aan specifieke arbeidsrechtelijke, fiscale en sociale zekerheidsregels. De volgende uiteenzetting biedt een uitgebreid overzicht van de juridische kaders, afbakeningen en de belangrijkste bijzonderheden van bijbanen en stages in het Duitse recht.
1. Bijbanen – Juridisch kader
1.1 Begripsbepaling
Een bijbaan is werk dat aanvullend op een hoofdbaan, een schoolse of universitaire opleiding, of als deeltijdwerk wordt uitgeoefend. Bijbanen vinden meestal buiten de normale werktijden plaats en dienen om extra inkomsten te vergaren of nieuwe vaardigheden te verwerven. Vaak worden bijbanen als minijob of kortdurende werkzaamheden uitgevoerd.
1.2 Arbeidsrechtelijke basisprincipes
1.2.1 Regels omtrent arbeidstijd
Werknemers zijn volgens de Arbeidstijdenwet (ArbZG) verplicht de wettelijk toegestane maximale arbeidstijd in acht te nemen. De arbeidstijd uit hoofd- en nevenwerkzaamheden wordt bij elkaar opgeteld en mag in de regel niet meer dan acht uur per dag of maximaal 48 uur per week bedragen (§ 3 ArbZG). Overschrijdingen zijn slechts onder bepaalde voorwaarden en in beperkte mate toegestaan.
1.2.2 Toestemming van de hoofdwerkgever
In principe bestaat er geen verplichting om de hoofdwerkgever over een bijbaan te informeren, tenzij dit uitdrukkelijk in het arbeidscontract is vastgelegd. Een nevenfunctie mag de hoofdtaak echter niet negatief beïnvloeden of in strijd zijn met het concurrentieverbod, arbeidscontractuele nevenarbeidsverboden of de Arbeidstijdenwet.
1.2.3 Bescherming van bijzondere groepen
Scholieren, leerlingen en studenten zijn onderworpen aan speciale regels volgens de Jeugdbeschermingswet op het werk (JArbSchG) of de Arbeidstijdenwet en mogen bijbanen alleen binnen de wettelijke grenzen uitoefenen.
1.3 Sociale zekerheidsrechtelijke aspecten
1.3.1 Minijob (geringfügige Beschäftigung)
Van een minijob is sprake wanneer het reguliere maandelijkse loon de grens van 538 euro (stand: 2024) niet overschrijdt of wanneer sprake is van een kortdurende aanstelling van maximaal drie maanden of 70 werkdagen per kalenderjaar. Minijobs zijn voor werknemers in principe vrijgesteld van sociale verzekering (met uitzondering van de pensioenverzekering), terwijl de werkgever forfaitaire bijdragen betaalt.
1.3.2 Meerdere dienstverbanden
Bij meerdere bijbanen worden de verdiende lonen bij elkaar opgeteld. Overschrijdt het totale inkomen de minijob-grens, dan zijn sociale premies verschuldigd.
1.3.3 Hoofd- en nevenwerkzaamheden
De sociale verzekeringsplicht is gekoppeld aan het eerste hoofddienstverband. Bijbanen kunnen onder bepaalde voorwaarden vrij zijn van verzekeringsplicht, mits zij de geringfügigheidsgrenzen niet overschrijden en niet alle werkzaamheden bij dezelfde werkgever worden verricht.
1.4 Fiscale behandeling
1.4.1 Loonbelastingforfait
Minijobs zijn vaak onderworpen aan een forfaitaire belastingheffing (meestal 2 procent). Wie meerdere minijobs uitoefent of boven de geringfügigheidsgrens uitkomt, moet het inkomen in de aangifte inkomstenbelasting opgeven.
1.4.2 Keuze van belastingklasse
Voor nevenwerkzaamheden buiten de geringfügigheidsgrens is de belastingklasse bepalend, wat gevolgen kan hebben voor het loon en eventuele naheffingen aan het einde van het jaar.
2. Stages – Juridische classificatie en vereisten
2.1 Afbakening van het begrip
Een stage is een tijdelijk dienstverband dat primair bedoeld is voor het opdoen van praktische kennis en vaardigheden en vaak ter voorbereiding op een latere beroepsactiviteit of opleiding wordt gedaan. Stages kunnen vrijwillig of verplicht zijn in het kader van opleidingsprogramma’s, oftewel verplichte stages.
2.2 Arbeidsrechtelijke vormgeving van de stage
2.2.1 Stageovereenkomst
Voor de stage wordt een schriftelijk contract aanbevolen, waarin de essentiële arbeidsvoorwaarden worden geregeld (bijv. takenpakket, begin- en einddatum, vergoeding, werktijden, opzegtermijnen). Bij verplichte stages in het kader van school, studie of opleiding moet bovendien worden gelet op studie-, examen- of schoolreglementen.
2.2.2 Minimumlooneis
Het wettelijke minimumloon geldt in principe ook voor stagiairs. Er zijn echter uitzonderingen:
- Verplichte stages in het kader van school, opleiding of studie zijn uitgezonderd van het minimumloon.
- Vrijwillige stages van maximaal drie maanden ter oriëntatie vóór aanvang van een opleiding of studie zijn eveneens uitgezonderd.
- Bij vrijwillige stages langer dan drie maanden en bij vrijwillige stages tijdens de studie bestaat recht op minimumloon (per 2024: 12,41 euro per uur).
2.2.3 Verdere arbeidsrechtelijke voorschriften
Stagiairs vallen in zoverre onder arbeidsrechtelijke beschermingsbepalingen als deze gelden voor werknemers, bijvoorbeeld ten aanzien van arbeidstijd, arbeidsomstandigheden en zwangerschapsbescherming.
2.3 Sociale zekerheidsrechtelijke classificatie
2.3.1 Verplichte stage
Voor een verplichte stage in het kader van een school-, opleidings- of studiereglement bestaat in de regel een vrijstelling van verzekering in de ziekte-, zorg-, pensioen- en werkloosheidsverzekering. Hiervan uitgesloten zijn stages die betaald worden; in individuele gevallen kan dan verzekeringsplicht ontstaan.
2.3.2 Vrijwillige stage
Voor vrijwillige stages gelden de algemene regels van de sociale verzekering. Afhankelijk van de arbeidsduur en beloning ontstaat een verzekeringsplicht, vergelijkbaar met een regulier arbeidscontract. Bij geringfügige stages (beneden de geringfügigheidsgrens) geldt de minijob-regeling.
2.4 Fiscale aspecten
De belasting van stagevergoedingen wordt bepaald door dezelfde regels als bij regulier loon. Overschrijdt de vergoeding de minijob-grens, dan kan loonbelasting verschuldigd zijn. Stagiairs met meerdere dienstverbanden moeten het totale inkomen meerekenen.
3. Standaardbepalingen, bijzonderheden en verplichtingen
3.1 Arbeidsrechtelijke beschermingsvoorschriften
Zowel voor bijbanen als voor stages gelden regelingen betreffende wettelijk minimumverlof, doorbetaling bij ziekte en beschermingsbepalingen volgens de Bundesurlaubsgesetz, Entgeltfortzahlungsgesetz en de Arbeidstijdenwet.
3.2 Bijzonderheden voor minderjarigen
Voor jongeren onder de 18 jaar gelden de speciale bepalingen van de Jeugdbeschermingswet op het werk. Hieronder vallen beperkingen inzake werktijden, rusttijden, soort werkzaamheden en pauzes.
3.3 Ongevallenverzekering
Zowel in een bijbaan als bij een stage is men verzekerd via de wettelijke ongevallenverzekering. De premies worden doorgaans door de werkgever of het stagebedrijf betaald.
3.4 Meldings- en informatieplichten
Werknemers met een hoofdbaan zijn verplicht het opnemen van een bijbaan aan hun hoofdwerkgever te melden, voor zover dit in de arbeidsovereenkomst is voorgeschreven of de hoofdwerkzaamheden gehinderd zouden kunnen worden. Dit geldt vooral voor concurrerende werkzaamheden.
4. Conclusie
Bijbanen en stages zijn belangrijke vormen van werk en kwalificatie binnen het Duitse arbeidsleven. De juridische kaders zijn complex en bestaan met name uit arbeids-, fiscale en sociale zekerheidswetgeving. Een zorgvuldige beoordeling van individuele situaties is aan te raden om arbeidsrechtelijke, fiscale en sociale gevolgen juist te overzien, en juridische valkuilen te vermijden.
Bronnen:
- Arbeidstijdenwet (ArbZG)
- Mindestlohngesetz (MiLoG)
- Sozialgesetzbuch (SGB)
- Bundesurlaubsgesetz (BUrlG)
- Entgeltfortzahlungsgesetz (EFZG)
- Jeugdbeschermingswet op het werk (JArbSchG)
- Wettelijke ongevallenverzekering
- Minijob-Zentrale
(Alle informatie zonder garantie op volledigheid en juistheid; actuele en individuele regelingen en uitzonderingen dienen altijd te worden nagegaan.)
Veelgestelde vragen
Wanneer wordt een arbeidsverhouding juridisch gezien als bijbaan?
Een arbeidsverhouding wordt gezien als een bijbaan wanneer de werknemer naast zijn of haar hoofdbaan een andere betaalde activiteit verricht, die niet als hoofdberoep wordt uitgeoefend. Juridisch dient vooral te worden opgemerkt dat bijbanen in principe zijn toegestaan, zolang er geen wettelijke verboden van toepassing zijn (bijv. concurrerende werkzaamheden of overtredingen van de Arbeidstijdenwet) en er in de hoofdarbeidsovereenkomst geen bepalingen staan die zich hiertegen verzetten. Werknemers moeten hun werkgever vaak informeren over een bijbaan, vooral als er een risico op belangenverstrengeling bestaat of als de bijbaan het functioneren in de hoofdbaan kan beïnvloeden. Bovendien mag de totale wekelijkse arbeidstijd van beide activiteiten samen in principe niet meer dan 48 uur bedragen (Arbeidstijdenwet). Ook sociale en fiscale informatieverplichtingen moeten in acht worden genomen, vooral als het inkomen uit de bijbaan de geringfügigheidsgrens overschrijdt.
Moeten bijbanen of stages bij de hoofdwerkgever worden gemeld?
Of bijbanen of stages bij de hoofdwerkgever moeten worden gemeld, hangt af van de arbeidsovereenkomst en van wettelijke bepalingen. In principe bestaat er geen algemene, wettelijke meldplicht voor bijbanen of stages. Toch bevatten veel arbeidsovereenkomsten clausules waarin een meldingsplicht voor nevenwerkzaamheden is opgenomen. Deze verplichting dient ter bescherming van de gerechtvaardigde belangen van de werkgever, bijvoorbeeld met betrekking tot concurrentieverboden, geheimhoudingsverplichtingen en naleving van arbeidstijden. Voor ambtenaren en medewerkers in overheidsdienst geldt vaak een expliciete meld- en mogelijk goedkeuringsplicht volgens ambtenarenrecht of cao. Overtreding van deze plichten kan arbeidsrechtelijke gevolgen hebben, zoals een waarschuwing of in het ergste geval ontslag.
Hoe worden bijbanen en stages beoordeeld volgens de sociale zekerheidswetgeving?
Sociaalrechtelijk verschillen bijbanen en stages afhankelijk van het type (geringfügig, kortdurend, sociaalverzekeringsplichtig). Een minijob (tot 538 euro per maand, stand 2024) is voor de werknemer doorgaans vrijgesteld van verplichte verzekering voor ziektekosten, zorg en werkloosheid, tenzij vrijwillig wordt gekozen voor pensioenverzekeringsplicht. Bij meerdere dienstverbanden worden de lonen bij elkaar opgeteld; als het totale inkomen de geringfügigheidsgrens overschrijdt, kan verzekeringsplicht ontstaan. Bij verplichte stages in het kader van een opleiding zijn studenten doorgaans vrijgesteld van sociale verzekeringsplicht; vrijwillige stages worden daarentegen als reguliere arbeidsverhouding beoordeeld en zijn sociaalverzekeringsplichtig, mits de vergoeding de geringfügigheidsgrens overschrijdt. De werkgever is verplicht het dienstverband correct bij de sociale verzekeringsinstanties aan te melden.
Welke maximale arbeidsduur moet bij bijbanen en stages in acht worden genomen?
Voor bijbanen en stages gelden de bepalingen van de Arbeidstijdenwet (ArbZG). Zo mag de werktijd per dag in een arbeidsverhouding in principe niet meer dan acht uur bedragen (maandag t/m zaterdag) en maximaal tien uur alleen als gedurende zes maanden of 24 weken gemiddeld acht uur per werkdag niet wordt overschreden. Het totale aantal gewerkte uren uit alle dienstverbanden samen dient te worden opgeteld. Ook pauzetijden (minimaal 30 minuten na zes uur werken) en minimale rusttijden (elf uur tussen twee werkdagen) moeten worden nageleefd. Voor jongeren in een bijbaan of stage gelden de strengere regels van de Jeugdbeschermingswet op het werk (JArbSchG).
Met welke fiscale aspecten moet rekening worden gehouden bij bijbanen en stages?
Bijbanen zijn in Duitsland in principe belastingplichtig. Geringfügige dienstverbanden (minijobs) worden doorgaans forfaitair met 2% belast. Bij meerdere minijobs of wanneer een bijbaan als tweede dienstverband (volgens belastingklasse VI) wordt uitgevoerd, vindt de belastingheffing plaats volgens het individuele tarief. Stages worden fiscaal behandeld als gewone arbeidsverhoudingen, mits deze worden vergoed. Als er door bijbanen of stages in een kalenderjaar belastbare inkomsten worden verkregen, kunnen deze de jaarlijkse belastingvrijstellingen overschrijden en moeten ze in de aangifte inkomstenbelasting worden opgenomen. Studenten kunnen bepaalde vrijstellingen en aftrekposten benutten, bijvoorbeeld voor een stage tijdens de studie.
Zijn er bijzondere beschermingsbepalingen voor minderjarigen bij bijbanen en stages?
Kinderen en jongeren worden door de Jeugdbeschermingswet op het werk (JArbSchG) bijzonder beschermd. Kinderen onder 15 jaar mogen in principe niet werken; uitzonderingen gelden bijvoorbeeld voor vakantiewerk vanaf 13 jaar met toestemming van ouders/verzorgers en maximaal twee uur per dag (lichte werkzaamheden). Jongeren tussen 15 en 18 jaar mogen maximaal acht uur per dag en 40 uur per week werken, maar niet ’s nachts, op zondagen of feestdagen (met uitzonderingen, bijv. in de horeca of zorg). Ook op stages zijn deze bepalingen van toepassing. Naleving van deze regels wordt gecontroleerd door arbeidsinspecties en overtredingen kunnen leiden tot boetes.
Welke opzegtermijnen gelden voor bijbanen en stages?
De wettelijke opzegtermijnen voor bijbanen en stages zijn in principe geregeld in § 622 BGB: Tijdens de proeftijd kan het arbeidsverband met een opzegtermijn van twee weken worden beëindigd, daarna bedraagt de reguliere opzegtermijn vier weken tot de 15e of het einde van de kalendermaand. Voor stageovereenkomsten die voor een bepaalde tijd zijn afgesloten in het kader van een opleiding of studie, is gewone opzegging meestal uitgesloten, tenzij het contract uitdrukkelijk een opzeggingsmogelijkheid bevat. Bij ernstige overtredingen kan ontslag op staande voet plaatsvinden volgens § 626 BGB. Ook kunnen kortere of langere termijnen van toepassing zijn als dat in het arbeids- of stagecontract is afgesproken of als cao’s toepasselijk zijn.
Welke bijzonderheden gelden voor werkstudenten met een bijbaan of stage?
Voor werkstudenten gelden speciale sociaalverzekeringsrechtelijke bepalingen. Zij zijn tijdens het semester (bij niet meer dan 20 uur per week tijdens de collegeperiode) vrijgesteld van de verzekering voor ziekte, zorg en werkloosheid (zogeheten werkstudentenprivileges), maar zijn wel verplicht verzekerd voor de pensioenverzekering. Bij overschrijding van de 20-urengrens of bij werkzaamheden ’s nachts, in het weekend of tijdens de semesterferien kunnen uitzonderingen van toepassing zijn en kan een verzekeringsplicht ontstaan. Arbeidsrechtelijk worden werkstudenten als gewone werknemers behandeld en hebben zij recht op vakantie en doorbetaling bij ziekte. Voor stages die een verplicht onderdeel van de studie zijn, gelden in de sociale verzekeringen nog extra uitzonderingen. Werkstudentencontracten moeten het naleven van de betreffende voorwaarden uitdrukkelijk regelen.