Legal Lexikon

Anwaltsstage

Uitleg van het begrip en betekenis van de advocaatstage

Die Advocaatstage is een centraal onderdeel van de tweede juridische opleiding in Duitsland, het zogenaamde juridisch referendariaat. Hierbij gaat het om een praktische opleidingsfase tijdens het referendariaat, waarin aanstaande volwaardige juristen onder begeleiding van een opgeleide en toegelaten advocate of advocaat typische werkzaamheden van de advocatenpraktijk leren. De advocaatstage dient voor een praktijkgerichte verdieping van de tijdens de studie en in de rest van het referendariaat opgedane kennis en bereidt gericht voor op de eisen van het latere beroepsleven.

Wettelijke grondslagen

Regelingen in de Duitse Rechterwet (DRiG)

De juridische basis voor de advocaatstage is met name te vinden in de Duitse Rechterwet (DRiG). Volgens § 5a lid 3 DRiG vindt de praktische opleiding plaats in verschillende verplichte opleidingsfasen, waaronder de stage bij een advocate of advocaat. De precieze uitwerking is vastgelegd in de Juridische Opleidingswet (JAG) van de betreffende deelstaat. De duur en inhoudelijke accenten kunnen dus per deelstaat verschillen.

Deelspecifieke regelingen

De opleidingsvoorschriften van de afzonderlijke deelstaten (bijvoorbeeld het JAG voor Noordrijn-Westfalen of Beieren) bevatten nadere bepalingen over de keuze van de opleider, de werkzaamheden, rapportageverplichtingen en de beoordeling. Naast landelijke, uniforme uitgangspunten bestaan er dus deelstaatspecifieke bijzonderheden, met name wat betreft de minimale duur, de mogelijke keuzestages en de exameneisen.

Opbouw en duur van de advocaatstage

Tijdsbestek

De advocaatstage is doorgaans het langste onderdeel van het juridisch referendariaat. De duur bedraagt, afhankelijk van de deelstaat, meestal negen maanden en is opgedeeld in een eerste langere praktijkfase en een aansluitende zogeheten keuzestage, waarin specialisatie of verdieping mogelijk is.

Typisch verloop

  • Start: De advocaatstage volgt meestal op de civilrecht- en strafrechtsstage.
  • Duur: Ongeveer negen maanden.
  • Structuur: Vaak zes maanden verplichte stage bij een advocate of advocaat, daarna drie maanden (keuzestage), waarin ook werkzaamheden in het buitenland of bij bedrijven of organisaties mogelijk zijn.

Opleidingsinhoud en werkzaamheden

Tot de gebruikelijke taken tijdens de advocaatstage behoren:

  • Opstellen van processtukken en adviezen
  • Contact met cliënten en besprekingen
  • Opstellen van contracten en andere juridische documenten
  • Bestuderen van dossiers en voorbereiding op zittingen
  • Deelnemen aan zittingen en cliëntgesprekken
  • Juridisch onderzoek naar rechtsvragen
  • Meewerken aan buitengerechtelijke en gerechtelijke procedures

De opleider geeft instructies, verdeelt taken en is beschikbaar voor inhoudelijk overleg. In de praktijk hangt het leereffect vooral af van de kwaliteit van de begeleiding en de inzet van de stagiaire.

Toelatingsvoorwaarden en organisatie

Keuze van opleidingsplaats

Stagiairs mogen hun opleidingsplaats tijdens de advocaatstage in principe vrij kiezen. De keuze omvat advocaten die toegelaten zijn in Duitsland en tewerkstellingsbevoegd zijn bij het betreffende gerecht. Soms wordt een minimale beroepservaring vereist.

Aanmeldprocedure en plichten van de opleider

Voor aanvang van de advocaatstage moet de keuze van de opleidingsplaats gemeld en goedgekeurd worden door de bevoegde opleidingsinstantie. De opleider is verplicht een verklaring af te geven over de correcte praktische opleiding en eventueel beoordelingen ten behoeve van het latere examen op te stellen.

Juridische classificatie en betekenis voor het tweede Staatsexamen

Examenrelevantie en opleidingsdoel

De advocaatstage bereidt gericht voor op het praktische deel van het tweede Staatsexamen, waarbij advocatenspecifieke tentamens en praktische opdrachten (zoals brieven aan cliënten, dagvaardingen, verzoeken, contractontwerpen) moeten worden uitgevoerd. Deze fase is van bijzonder belang voor het examen, omdat in het tweede Staatsexamen vaak een aanzienlijk deel van het eindcijfer wordt bepaald door de advocatuurlijke prestaties.

Verhouding tot de overige opleiding binnen het referendariaat

In tegenstelling tot andere opleidingsfasen, zoals de bestuurs- of rechterstage, ligt de nadruk in de advocaatstage op zelfstandig werken, cliëntcontact en de diversiteit aan advocatuurlijke taken. Daarmee vormt zij een essentiële schakel tussen theoretische opleiding en beroepspraktijk.

Beloning en kosten

Tijdens de advocaatstage bestaat geen recht op beloning. Wel ontvangen stagiairs gedurende het gehele referendariaat een onderhoudsbijdrage van de betreffende deelstaat. Bijkomende vrijwillige betalingen door de opleider zijn mogelijk, maar wettelijk niet verplicht.

Internationale en bijzondere vormen

Advocaatstage in het buitenland en keuzestage

Tijdens de zogeheten keuzestage, die aansluit op de verplichte stage of daarin geïntegreerd is, kan de opleiding ook plaatsvinden bij advocatenkantoren in het buitenland, bij internationale organisaties of bedrijven, zolang dit door de opleidingsinstantie wordt erkend. Dit biedt de mogelijkheid om internationale juridische kennis en praktijk te verdiepen.

Virtualisering en nieuwe opleidingswegen

Met de opkomst van digitalisering en moderne communicatiemiddelen is het nu mogelijk om delen van de opleiding onafhankelijk van locatie te volgen, zoals door deelname aan online cliëntgesprekken of digitale dossierverwerking, mits de opleidingsplaats dit toestaat.

Beoordeling en bewijs van prestaties

De prestaties tijdens de advocaatstage worden beoordeeld door de begeleidende advocate of advocaat. Dit kan zowel via schriftelijke rapporten als via beoordelingen in het kader van het eindexamen. Deelname aan praktische zaken, het maken van werkstukken en tentamens zijn van doorslaggevend belang voor een goede beoordeling.

Betekenis voor de beroepspraktijk

De advocaatstage geldt als het meest praktijkgerichte en beroepsrelevante deel van de juridische opleiding. Het biedt stagiairs een uitgebreid inzicht in het werk van een advocate of advocaat. Dit betreft in het bijzonder cliëntbegeleiding, dossierbehandeling, strategische procesvoering en bedrijfseconomische aspecten.

Zie ook

  • Juridisch referendariaat
  • Tweede Staatsexamen
  • Juridische Opleidingswet (JAG)
  • Duitse advocatuur

Let op: Dit artikel biedt een uitgebreid en gedetailleerd overzicht van de juridische classificatie, wettelijke grondslagen, praktische gang van zaken en de betekenis van de advocaatstage binnen de juridische opleiding in Duitsland.

Veelgestelde vragen

Welke taken voert de stagiair uit tijdens de advocaatstage?

Tijdens de advocaatstage is de stagiair intensief betrokken bij de advocatenpraktijk en voert hij of zij uiteenlopende taken uit die passen bij het takenpakket van een advocaat. Typisch stelt de stagiair onder begeleiding van de opleider processtukken op zoals dagvaardingen, verweerschriften, verzoeken, hoger beroep en klachten. Daarnaast kan het opstellen van juridische adviezen of cliëntmemo’s worden gevraagd, evenals het controleren van contracten of andere juridische documenten. Verder neemt de stagiair regelmatig deel aan besprekingen met cliënten en begeleidt hij de opleider naar zittingen, autoriteiten of schikkingsonderhandelingen. Afhankelijk van het opleidingsplan kan ook het zelfstandig behandelen en oplossen van zaken, inclusief correspondentie met cliënten worden opgedragen, waarbij altijd het vierogenprincipe en de verplichting tot geheimhouding van kracht zijn. De taken zijn afhankelijk van het opleidingsniveau en de persoonlijke inzet van de stagiair, maar zijn bedoeld als voorbereiding op zelfstandig advocatenwerk.

Hoe vindt de toewijzing van de opleider plaats tijdens de advocaatstage?

De toewijzing van de opleider gebeurt doorgaans door de stagiair zelf, die een geschikte volwaardige jurist zoekt die minstens drie jaar tot de balie is toegelaten (§ 5 lid 1 zin 2 DRiG). De stagiair moet vooraf bij het bevoegde hogere gerechtshof of de administratie van de juridische opleidingsdienst een aanvraag indienen voor toewijzing en een schriftelijke instemmingsverklaring van de gekozen opleider overleggen. De rechtbank toetst de formele geschiktheid van de opleider; meestal wordt aan de wens van de stagiair voldaan, tenzij er zwaarwegende redenen zijn. Een wisseling van opleider binnen de stage is in principe mogelijk, maar vereist goedkeuring van de opleidingsinstantie en dient gemotiveerd te zijn met het oog op continuïteit in de opleiding.

Hoe is de aanwezigheidsplicht tijdens de advocaatstage geregeld?

De aanwezigheidsverplichting tijdens de advocaatstage is geregeld in de opleidings- en examenreglementen van de afzonderlijke deelstaten en schrijft meestal voor dat men meerdere dagen per week aanwezig moet zijn bij de opleider. In tegenstelling tot de verplichte staatsstages bestaat er vaak meer flexibiliteit in de invulling van de werktijden, mits de opleiding naar behoren verloopt en de opleider de succesvolle voltooiing van de stage bevestigt. Het minimumaantal uren volgt uit de opleidingsregeling (meestal gemiddeld 10-15 uur per week, maar kan per geval variëren), daarnaast is deelname aan de verplichte werkgroepen verplicht. Afwezigheid moet tijdig met de opleider en administratie worden afgestemd en bij overschrijding van bepaalde grenzen (meestal 10% van de totale stageduur) moeten deze worden gedocumenteerd als vakantie of ziekte.

Welke examenprestaties moeten worden geleverd tijdens de advocaatstage?

Tijdens de advocaatstage zijn verschillende examenprestaties vereist, waaronder minimaal het opstellen van dossierpresentaties en het maken van schriftelijke tentamens (zogenaamde ‘Klausuren’), waarvan het precieze aantal en de uitwerking jaarlijks per deelstaat kunnen verschillen. Centraal staat verder de zogenaamde ‘advocatententamen’, die het oplossen van een casus vanuit advocatuurlijk perspectief simuleert. Daarnaast kan het overleggen van opleidingsrapporten, deelname aan verplichte werkgroepen en soms ook de behandeling van opdrachten in het kader van moot courts of het geven van korte presentaties worden verlangd. De prestaties worden beoordeeld door de betreffende docenten en deels ook door de opleiders en tellen mee voor de totaalscore van de praktische opleiding.

Kan de advocaatstage ook in het buitenland worden gevolgd?

Ja, in veel deelstaten en op aanvraag kan de advocaatstage geheel of gedeeltelijk worden gevolgd bij een advocaat die in het buitenland is toegelaten, mits deze een vergelijkbaar beroep uitoefent als de Duitse advocaat. Voorwaarde is doorgaans goedkeuring door het bevoegde bestuursorgaan, waarbij de stagiair een gedetailleerd opleidingsplan en een schriftelijke toezegging van de buitenlandse opleider moet indienen. Vaak geldt dat ten minste een deel van de stage in Duitsland moet worden voltooid om de aansluiting bij het Duitse rechtssysteem en opleidingsproces te waarborgen. Opleidingsinhoud, rapporten en bewijsstukken moeten vervolgens ter erkenning worden ingediend. In ieder geval blijft deelname aan Duitse werkgroepen of andere verplichte onderwijsactiviteiten verplicht; eventueel gelden hiervoor uitzonderingen bij buitenlandse stages.

Wie draagt de kosten tijdens de advocaatstage en is er een vergoeding?

De advocaatstage is in principe onderdeel van de juridische voorbereidingsdienst en wordt als opleidingsverband door de staat georganiseerd. Het reguliere onderhoudsgeld en eventuele extra vergoedingen ontvangen stagiairs van de bevoegde landelijke justitiedienst. De uitbetalende advocaat is juridisch niet verplicht een vergoeding te betalen, toch keren veel kantoren, vooral grotere, een vrijwillige vergoeding of onkostenvergoeding uit. De hoogte hiervan varieert sterk per kantoor en regio. Daarnaast heeft de stagiair geen enkel recht op vergoeding van eventuele reiskosten of voor leermiddelen – deze zijn voor eigen rekening, tenzij in het opleidingscontract anders is bepaald. Fiscaal moeten eventuele betalingen worden opgegeven en kunnen zij als inkomsten uit niet-zelfstandige arbeid worden aangemerkt.

Zijn er bijzonderheden voor de opleiding in een niche- of specialisatiekantoor?

De opleiding kan – vooral met het oog op latere specialisatie – ook plaatsvinden in een niche- of specialisatiekantoor. Daarbij moet erop gelet worden dat de opleidingsinhoud aan specifieke aandachtspunten (bijvoorbeeld arbeidsrecht, belastingrecht, familierecht) kan worden toegewezen, maar de verscheidenheid van de opleiding mag niet in het gedrang komen. Juridisch gezien betekent dit, dat de stagiair weliswaar profiteert van de specifieke expertise en casuïstiek, maar geen té eenzijdige opleiding mag krijgen: Men moet ook de mogelijkheid krijgen om fundamentele kennis en vaardigheden op het gebied van algemene advocatenpraktijk te verwerven. Volgens de opleidingsreglementen is de opleider hiervoor verantwoordelijk en moet het opleidingsplan een afspiegeling van diverse advocatuurlijke werkzaamheden garanderen. Tegelijkertijd kan een stage in een nichekantoor bijdragen aan het opbouwen van eerste beroepsrelevante netwerken in het betreffende vakgebied.